Voorproefje: Interview met Maurice Steijn

‘NAC móet naar de Eredivisie’

Bijna twintig jaar nadat hij NAC als speler verliet, is Maurice Steijn (46) terug in het Rat Verlegh Stadion. Nu als hoofdtrainer. Het voelt voor de Hagenaar, zegt hij, ‘als thuiskomen’. Een verhaal over dromen, zijn opgedane ervaringen, en zijn gevoel bij de Parel van het Zuiden. ,,Deze club is uniek in Nederland.”

Het was even wennen voor hem. Maurice Steijn geeft het onomwonden toe. Wanneer NAC gewoonlijk een thuiswedstrijd in de Keuken Kampioen Divisie had gewonnen, was onherroepelijk een bombastisch volksfeest losgebarsten in Breda. Afgelopen maand, na de zeges op Jong AZ en FC Den Bosch, weerklonk hooguit wat gereserveerde blijdschap vanaf de voor een vijfde gevulde tribunes. ,,Tja, die corona hè”, verzucht de Hagenaar. ,,Ook met 4000 supporters is er een mooi sfeertje, maar het liefst wil je natuurlijk dat 19.000 man weer staan te zingen en te springen. Dát is het Avondje NAC. Hopelijk komt die tijd snel weer terug.”

Hagenees in het Zuiden

Steijn mag dan een op en top Hagenees zijn; de clubcultuur van NAC is hem verre van vreemd. Wat wil je ook voor iemand die tussen 1999 en 2001 als speler al twee seizoenen uitkwam voor de Parel van het Zuiden en in die periode onder meer de harten van het Bredase publiek stal door te scoren tegen Willem II. Dat schept voor eeuwig een band. ,,Ja, die band is er zeker”, bekent Steijn. ,,NAC is een van die clubs in Nederland waar bijna elke voetballer of trainer wel zou willen werken. In mijn eerste periode in Breda heb ik al ervaren hoe geweldig de club is, hoe intens de mensen hier hun supportersschap beleven. En ook later, wanneer ik als trainer van ADO Den Haag en VVV in Breda was, genoot ik stiekem altijd enorm van de entourage in het Rat Verlegh Stadion. NAC is uniek in Nederland; dat zal elke voetballiefhebber beamen. Dat ik nu weer terug ben hier, vind ik oprecht mooi.”

Teskt: Dennis van Bergen

Fotografie: René Schotanus

Komende herfst lees je in NAC Zaken het volledige verhaal.